Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En met de wederkomst [14]des jaars zond de koning Nebukadnezar henen, en liet hem naar Babel halen, met [15]de kostelijke vaten van het huis des HEEREN; en hij maakte [16]zijn broeder [17]Zedekia koning over Juda en Jeruzalem. 14. Niet zijner regering, want hij heeft geen jaar geregeerd, dan alleen drie wintermaanden, en tien dagen; maar van het lopende jaar, hetwelk nu om was, als de lente begon met de gelijkheid der dagen en nachten. Vergelijk 2 Sam.11:1, en de aantekening. 15. Hebreeuws, vaten der begeerlijkheid. Want de kostelijke dingen worden zeer begeerd; alzo onder, vs.19, en boven, hfdst.32 vs.27. 16. Dat is, zijn bloedverwant, te weten, zijn oom, zijns vaders broeder, zoon van Josia; 2 Kon.24:17; 1 Kron.3:15; Jer.1:3. Vergelijk Gen.13:8, en de aantekening. 17. Hebreeuws, Tsidkia, ook genaamd Mathanja; 2 Kon.24:17.